Hoezo en waarom ringen we?
De ring is een identificatiemiddel. De ringen die wij onze hoenders, dwerghoenders, sier- en watervogels omschuiven bevatten een aantal gegevens. Sommige zijn algemene gegevens, andere zijn uniek.
Om te beginnen staan er de letters NL-H op. Dit is een internationale code die aangeeft welke organisatie de ring heeft uitgegeven. In dit geval is dat KLN. Verder wordt het jaar van uitgifte aangegeven in 2 cijfers. Het getal 01 betekent dus 2001. Het jaartal staat dwars op de ring. Ook wordt de ringmaat (binnenmaat) in millimeters op de ring vermeld. Dus bijvoorbeeld de cijfers 9 of 16 of 20 staan voor de ringmaat in millimeters. Er staat ook een uniek volgnummer op de ring. Dat nummer kan van 1 tot 5 cijfers oplopen, zoveel ringen worden er wel uitgegeven. De combinatie van jaartal, ringmaat en volgnummer zorgen er voor dat van alle uitgegeven ringen vastgesteld kan worden wie deze ringen heeft besteld. Verder heeft de (kunststof) ring een bepaalde kleur. Deze kleur correspondeert met het jaartal en komt elke 7 jaar terug.
Het ringen van kippen en krielkippen is niet verplicht. Toch heeft het ringen van deze dieren zeker zijn nut. Het is gemakkelijk om later te kunnen kijken hoe oud uw dieren zijn. Voor het inzenden op tentoonstellingen is een ring wel verplicht. Pluimvee dat ingeënt wordt tegen bepaalde ziekten kan met deze ring geïdentificeerd worden.
Bij sier- en watervogels ligt het anders. Een aantal soorten zijn beschermd en moeten volgens de (Vogel)wet geringd worden en het is niet toegestaan deze soorten zonder erkende ring in uw bezit te hebben. Van deze soorten kunt u een lijst aanvragen bij KLN. Alle in Nederland geboren dieren moeten geringd worden met een vaste voetring van een door de overheid (ministerie LNV) gemachtigde Nederlandse organisatie.
Niet alle ringen zijn erkend. Ringen die u aanschaft via bijvoorbeeld een maandblad of andere buitenlandse ringen die u goedkoop worden aangeboden zijn wettelijk niet toegestaan. Bij controle volgt in beslagname en een boete! Wantrouw dus dergelijke ringenverkopers. Ook voor de verkoop of overdracht van deze en andere soorten is een ringnummer noodzakelijk. Voor de export van deze soorten is ook weer een vergunning (CITES) nodig waarbij een ringnummer onontbeerlijk is.
Hoe en wanneer ringen we?
Een vogel kunt u alleen, zonder hulp, ringen, maar soms is het handiger om dit met zijn tweeën te doen. De vogel wordt in de hand genomen en de achterteen voorzichtig omhoog gedrukt tegen het loopbeen. De ring wordt dan over de drie voortenen geschoven en gaat dan gemakkelijk over het voetgewricht en over de omhooggedrukte achterteen. Als de poot al wat dik is mag men gerust een glijmiddel zoals vaseline gebruiken om de ring over het dikke voetgewricht te krijgen. Let op dat de pootschubben niet beschadigd worden. Bijzondere zorg is nodig bij watervogels omdat deze maar gedurende een korte periode geringd kunnen worden. Ook bij kippenrassen met vijf tenen en bij dieren met voetbevedering moet men er op tijd bij zijn. De ring wordt bij voorkeur zodanig aan de linkerpoot geschoven dat de letters op zijn kop staan. Dit vergemakkelijkt het aflezen als u of de keurmeester het dier met de linkerhand vast houdt.
Het beste kunt u de dieren ringen op een leeftijd van 6 tot 8 weken. Dit moet men zelf proefondervindelijk vaststellen. Bij de polycarbonaat ringen komt het zeer secuur wanneer u de jonge dieren ringt. Vooral bij de watervogels kan maar gedurende een korte periode geringd worden. Bent u te vroeg dan verliest het dier de ring weer. Bent u te laat dan kunt u de ring niet meer over het voetgewricht krijgen. Bij de hoenderachtigen wordt Deze polycarbonaat ringen zijn erg maatvast en kunnen niet "opgerekt" worden. Verder is het materiaal wel erg diervriendelijk. Het gewicht is erg laag en het opschuiven van de ring beschadigd de pootschubben niet. Bij de hanen is het erg belangrijk dat u regelmatig de lengte van de sporen controleert. Als deze een bepaalde lengte hebben dan kunt u de ring boven de spoor schuiven. Zo bereikt u dat de haan op latere leeftijd geen last krijgt van de ring.
Tentoonstellingen
Het is belangrijk dat u vlak voor de tentoonstellingen de ringen goed schoonmaakt, zodat de keurmeester de ringnummers goed kan lezen. Om dezelfde reden moeten de ringen op zijn kop aan de linkerpoot geschoven te worden.
Houders van niet-gedomesticeerde sier- en watervogels moeten het ringnummer op de kooikaart schrijven die boven de kooi hangt. De keurmeester mag namelijk deze soorten tijdens de keuring niet in de hand nemen. Bij alle andere soorten worden deze ringnummers door de keurmeester zelf. op de beoordelingskaarten vermeldt .
Op tentoonstellingen worden alleen dieren geaccepteerd die een erkende naadloos gesloten vaste voetring dragen en die niet afschuifbaar is. Bij twijfel is het wenselijk om van tevoren te informeren bij het bestuur van uw vereniging.
Maak jouw eigen website met JouwWeb